Onderwijskwaliteit
SCPO Lelystad definieert onderwijskwaliteit als kwaliteit die zowel kwalificatie, socialisatie als persoonswording omvat. Deze definitie onderscheidt zich van smalle opvattingen over onderwijskwaliteit, zoals de opvatting dat alleen inspanningen en prestaties in het domein van de kwalificatie zouden tellen als indicatoren voor onderwijskwaliteit, maar ook opvattingen die er van uitgaan dat het in het onderwijs uitsluitend om socialisatie of persoonsvorming zou gaan.
Kwalificatie
Met kwalificatie bedoelen we het aanbieden van kennis, vaardigheden en houdingen waarmee leerlingen worden toegerust voor de volgende stappen in hun leven, zoals de latere fasen van hun schoolloopbaan, het uitoefenen van een beroep of het functioneren in een complexe samenleving. Belangrijke onderdelen zijn de basisvaardigheden voor rekenen, wiskunde, taal en lezen, maar ook de ‘zaakvakken’ (zoals geschiedenis, aardrijkskunde, biologie en levensbeschouwing) en leerstof-overstijgende doelen (zoals een onderzoekende en ontwerpende houding).

Socialisatie
Met socialisatie bedoelen we de rol die het onderwijs speelt in het inleiden van leerlingen in tradities, culturen en praktijken en de waarden, normen en gebruiken die daar een rol in spelen. Weten waar je vandaan komt (historisch perspectief) en waar je voor staat (actualiteit) vergroot de betrokkenheid en de bereidheid om effectief en betekenisvol te kunnen participeren in de maatschappij, samen met anderen. Zo besteden we aandacht aan het belang van democratie in relatie tot samenleven en aan presentatievaardigheden in relatie tot burgerschapsvorming.
Persoonswording
Met de persoonswording van leerlingen bedoelen we het begeleiden bij het ontwikkelen van een positief reëel zelfbeeld en inzicht in hun talenten. Daarnaast gaat het om karaktervorming, zoals het versterken van zelfvertrouwen, moed, lef en doorzettingsvermogen. Aspecten die ook ondersteunend zijn voor de ontwikkeling van eigenaarschap van leerlingen. Daardoor worden zij meer onafhankelijk in hun denken en doen, los van bestaande tradities en praktijken. Ze ontwikkelen daarmee het vermogen om zich als autonoom persoon op verantwoordelijke wijze tot de maatschappij te verhouden.
Zo zorgt SCPO Lelystad er voor dat leerlingen een breed fundament krijgen, waarop ze verder kunnen bouwen in het vervolgonderwijs. Daarbij focussen we op ‘leren leren, leren leven, leren samenleven’. We richten ons op het versterken van basisvaardigheden en essentiële kennis om te kunnen functioneren in de maatschappij. Daartoe rekenen we niet alleen taal en rekenen, maar bijvoorbeeld ook informatievaardigheden, samenwerken, creatief denken en onderzoekend leren. We helpen leerlingen om een positief zelfbeeld te ontwikkelen, om vertrouwen te hebben in hun eigen kunnen, om hun talenten te ontwikkelen, om oog te hebben voor anderen en in verbinding te staan met de omgeving.
Onderwijsbehoefte - Basisondersteuning
SCPO Lelystad hanteert de stelregel ‘wat regulier kan, moet regulier en wat specifiek moet, kan specifiek’ als criterium voor ons denken en handelen met betrekking tot passend onderwijs. Elke leerling heeft in onze optiek recht op een passend aanbod, ongeacht niveau van leren en ontwikkeling. Onze school voldoet aan de vastgestelde ankerpunten met betrekking tot de basisondersteuning en het planmatig en handelingsgericht werken is van hoog niveau. De onderwijsbehoeften van de leerlingen staan hierbij centraal. De school staat midden in de maatschappij en werkt samen met ouders in pedagogisch partnerschap.
Extra begeleiding / zorgplicht
Indien de ondersteuningsbehoefte van een leerling de basisondersteuning overstijgt, is adequate toegang tot extra ondersteuning mogelijk. We gaan hierbij uit van het principe ‘thuisnabij, tenzij…’. We brengen de expertise waar mogelijk naar de leerling toe in plaats van de leerling naar de expertise. SCPO Lelystad heeft hiervoor het Expertiseteam, dat wordt gefinancierd vanuit de middelen die aan SCPO Lelystad worden toegekend vanuit het Samenwerkingsverband Primair Onderwijs Lelystad-Dronten (SWV POLD). Meer informatie vindt u in het koersplan op de website van de stichting.
Kan de school zelf, ook met inzet van het Expertiseteam, geen passend onderwijs bieden, dan moet er een andere reguliere of speciale (basis)school worden gezocht. Vanuit onze zorgplicht helpen wij bij het zoeken naar een school die wel passend onderwijs met de benodigde begeleiding kan bieden. Mogelijk biedt dan verwijzing naar het speciaal basisonderwijs (SBO) of eventueel het speciaal onderwijs (SO) een oplossing. Hier moet een toelaatbaarheidsverklaring (TLV) voor worden aangevraagd, op basis waarvan bekeken wordt of verwijzing inderdaad de beste optie is.
Kan de school zelf, ook met inzet van het Expertiseteam, geen passend onderwijs bieden, dan moet er een andere reguliere of speciale (basis)school worden gezocht. Vanuit onze zorgplicht helpen wij bij het zoeken naar een school die wel passend onderwijs met de benodigde begeleiding kan bieden. Mogelijk biedt dan verwijzing naar het speciaal basisonderwijs (SBO) of eventueel het speciaal onderwijs (SO) een oplossing. Hier moet een toelaatbaarheidsverklaring (TLV) voor worden aangevraagd, op basis waarvan bekeken wordt of verwijzing inderdaad de beste optie is.
‘De Wingerd’ stelt in het onderwijs de leerling centraal. Dat betekent dat wij ons ten volste zullen inzetten om de leerling bij zijn/haar eigen onderwijsproces (mede)-eigenaar te laten zijn. We werken in een jaarklassensysteem. Dit betekent dat de leerlingen zoveel mogelijk bij leeftijdsgenoten in de groep zitten. Toch ontwikkelt elk kind zich anders en voor elk kind geldt daarbij dat het zich ook binnen de verscheidene vakgebieden verschillend kan ontwikkelen. Door te werken met pedagogisch didactische leerling-overzichten (PDL’s), die de leerling en leerkracht doorgaans samen opstellen, hebben leerlingen een helder beeld van hun onderwijsbehoeften en leerkrachten een helder beeld van de onderwijsbehoeften van elke leerling. Deze onderwijsbehoeften clusteren wij in een groepsonderlegger. Binnen de Wingerd werken wij met het Epliciete directe instructie model. Met elk nieuw lesdoel stellen wij tijdens de uitleg controle van begrip vragen om inzichtelijk te krijgen welke leerlingen de lesstof zelfstandig kunnen maken en of er nog leerlingen zijn die behoefte hebben aan extra uitleg of juist verdieping. Hierdoor krijgen alle leerlingen zoveel mogelijk die uitdaging die ze nodig hebben of die leerstof waar ze aan toe zijn. Daarnaast dagen wij onze leerlingen vanaf groep 5 uit door zelf na te denken waar zij staan met de lesstof. Met een weergave van een ladder geven leerlingen aan of zij beginner, gevorderd of expert zijn bij het lesdoel. Tijdens het blok vragen wij op 3 momenten aan de leerlingen hoe zij zich hebben ontwikkeld. (Reflectie) Zo zijn zij zich zelfbewust van de groei die zij doormaken. Als er zorgen zijn in de ontwikkeling, dan zijn er op de Wingerd meerdere interventies die we inzetten om leerlingen extra te ondersteunen.
Ondersteuningsniveaus
Als een leraar ziet dat de ontwikkeling van een leerling stagneert, komt deze leerling in het ondersteuningstraject. Deze extra hulp wordt met u als ouder besproken.
De ondersteuningsniveaus:
De ondersteuningsniveaus:
- Niveau 1 en 2 Handelings-en oplossingsgericht werken in de groep door de leraar of in overleg met collega’s.
- Niveau 3 Overleg met de Intern Begeleider (IB-er).
- Niveau 4 Externen in beeld voor overleg en ondersteuning in de school.
- Niveau 5 Bovenschoolse ondersteuning en eventueel onderzoek.
- Niveau 6 In overleg met de ouders een aanvraag voor verwijzing naar een andere school, welke meer passend is voor de ondersteuningsbehoefte van de leerling.
Voor zover dat mogelijk is, vindt de uitvoering van de handelingsplannen in de eigen groep plaats. De IB-er heeft regelmatig overleg met elke groepsleerkracht over de ontwikkeling van de leerlingen met extra ondersteuningsbehoeften. Op onze school is de IB-er 5 dagen per week aanwezig. Haar taak bestaat uit:
- Het aansturen en bewaken van een doorgaande lijn in de school voor rekenen, taal, schrijven en gedrag.
- Leraren coachen bij het maken van groeps- en kind-plannen voor rekenen, taal, schrijven en gedrag.
- Meekijken in de groep als leren niet vanzelf gaat.
- Begeleiden in de driehoek school-kind-thuis (leraar-kind-ouders) en
- Contactpersoon indien er verdere ondersteuning en onderzoek nodig is.
Kinderen met een hoge intelligentie
Zorg betekent óók zorg voor leerlingen die méér uitdaging nodig hebben, bijvoorbeeld leerlingen met een leervoorsprong of een vorm van begaafdheid. We kunnen leerlingen in het geval van een vermoeden van (hoog)begaafdheid laten observeren door onze hoogbegaafden specialist vanuit het expertise team van SCPO Lelystad. Een dag per week verzorgt een leerkracht extra uitdaging voor deze groep leerlingen in de school en begeleidt zowel leerkrachten, leerlingen als ouders in samenwerking met onze ib’r.
Het zou kunnen zijn dat uw kind in aanmerking komt voor plaatsing in deze Plusgroep. Kinderen, die meer aankunnen dan de reguliere stof van de groep daarvan compacten wij de lesstof en krijgen extra opdrachten of tijd om te werken aan persoonlijke leerdoelen. De meeste moderne methoden kennen al verschillende niveaus in de verwerkingsopdrachten. Daarnaast beschikken we over extra materiaal en een extra aanbod voor de meer- en hoogbegaafden.
Meer- en hoogbegaafde leerlingen kunnen bovendien worden aangemeld voor een extra aanbod vanuit het initiatief ‘Lelystad Hoogbegaafd’ (groep 3 t/m 8), waarbij leerlingen een dag in de week met gelijkgestemde meer- en hoogbegaafde leerlingen een uitdagend onderwijsaanbod krijgen, op een school in de eigen buurt of wijk. Aanmelding voor dit extra onderwijsaanbod gebeurt alleen na overleg met en toestemming van de leerling zelf, zijn/haar ouders, de leerkracht en de IB-er. Het aantal beschikbare plekken is echter beperkt. Er vindt regelmatig overleg plaats tussen leerkracht en IB-er/HB-specialist om het leerproces en de ontwikkeling van de leerlingen te monitoren.
Het zou kunnen zijn dat uw kind in aanmerking komt voor plaatsing in deze Plusgroep. Kinderen, die meer aankunnen dan de reguliere stof van de groep daarvan compacten wij de lesstof en krijgen extra opdrachten of tijd om te werken aan persoonlijke leerdoelen. De meeste moderne methoden kennen al verschillende niveaus in de verwerkingsopdrachten. Daarnaast beschikken we over extra materiaal en een extra aanbod voor de meer- en hoogbegaafden.
Meer- en hoogbegaafde leerlingen kunnen bovendien worden aangemeld voor een extra aanbod vanuit het initiatief ‘Lelystad Hoogbegaafd’ (groep 3 t/m 8), waarbij leerlingen een dag in de week met gelijkgestemde meer- en hoogbegaafde leerlingen een uitdagend onderwijsaanbod krijgen, op een school in de eigen buurt of wijk. Aanmelding voor dit extra onderwijsaanbod gebeurt alleen na overleg met en toestemming van de leerling zelf, zijn/haar ouders, de leerkracht en de IB-er. Het aantal beschikbare plekken is echter beperkt. Er vindt regelmatig overleg plaats tussen leerkracht en IB-er/HB-specialist om het leerproces en de ontwikkeling van de leerlingen te monitoren.
Schoolondersteuningsprofiel
Elke school is wettelijk verplicht om een schoolondersteuningsprofiel te hebben. Met dit profiel laat de school zien welke extra ondersteuning aan een kind geboden kan worden. Op basis van het profiel bekijkt de school welke expertise nog ontwikkeld moet worden en wat dat betekent voor de (scholing en toerusting van) leerkrachten.
Het schoolondersteuningsprofiel is belangrijk voor:
Het schoolondersteuningsprofiel is belangrijk voor:
- Ouders: het biedt informatie over wat u kunt verwachten van de school.
- De school: we zetten de beleidslijn uit – wat is onze ambitie?
- De inspectie: we leggen verantwoording af.
- Collega-scholen in ons werkgebied: we stemmen met elkaar af.
- Het samenwerkingsverband: er ontstaat overzicht over het geheel – bieden de scholen samen een dekkend netwerk?

Ondersteuningsteam
De Wingerd beschikt ook over een ondersteuningsteam (OT). Daarin hebben de Intern Begeleider (IB-er), de orthopedagoog van Het Expertiseteam, de schoolmaatschappelijk werkster en de schoolverpleegkundige zitting. Het OT komt zesmaal per jaar bijeen. Daarvan uit zou er bijvoorbeeld een verwijzing naar externe zorg geadviseerd kunnen worden. Dat kan onder andere richting logopedie, fysiotherapie, schoolmaatschappelijk werk en / of GGD zijn. Voor logopedie, fysiotherapie en schoolmaatschappelijk werk zijn er wat dat betreft mogelijkheden op de Wingerd.
Het ontwikkelperspectief
Het kan ook zijn dat een leerling het beste geholpen is met een totaal eigen programma; een zogeheten ‘eigen leerlijn’, voor één of meer vakken. De eventuele keuze hiervoor bespreken we altijd met ouders. Hierbij is advies van een externe deskundige noodzakelijk. Dit betekent dat we voor leerlingen pas kunnen afwijken van het reguliere onderwijsprogramma als deze keuze gesteund wordt door ouders, leerkracht(en), IB-er en een externe partij. Voor deze leerlingen wordt een ontwikkelperspectief opgesteld (OPP). Het OPP wordt opgesteld na een IQ-test of op basis van drie voorafgaande IEP-toetsuitslagen of bij andere leer- en/of gedragsproblemen. In principe stellen wij een OPP op vanaf groep 5. Het OPP bevat de einddoelen en tussendoelen per vak en het VO-perspectief. Wij vragen ouders dit te ondertekenen en evalueren 2x per jaar met ouders de voortgang van dit plan. Waar mogelijk proberen wij leerlingen vanaf groep 6 ook te betrekken bij het opstellen van het OPP. Vragen die wij daarbij stellen sluiten aan bij ons portfolio leren. Wat heb ik van mijzelf nodig, van de groep(leerkracht) en van mijn ouders om de volgende stap te maken in mijn ontwikkeling?

Ondersteuning van het jonge kind
Wij werken in de onderbouw vanuit thema’s. De ontwikkeling van jonge kinderen is gebaseerd op spelactiviteiten. Spel is noodzakelijk, omdat het betekenis heeft voor tal van ontwikkelingsgebieden zoals de sociaal-emotionele ontwikkeling, de cognitieve ontwikkeling, de ontwikkeling van werkgedrag, de taalontwikkeling en de ontwikkeling van de fijne en de grove motoriek. Bewegend en onderzoekend leren heeft een belangrijke rol in ons onderwijs.
Groep 1/2 werkt met de methode Onderbouwd. Daarin komen 4 ontwikkellijnen aan bod: rekenen, taal, motoriek en sociaal-emotionele ontwikkeling. Daarnaast spelen de kinderen minimaal 2x per dag buiten en hebben onze kleuters 2x per week gym van een vakleerkracht. Dit komt dan ook in het portfolio terug, waarmee ouders kunnen volgen hoe de ontwikkeling van hun kind gaat.
Kinderen die in oktober, november of december geboren zijn (zgn. ‘herfstkinderen’), zouden volgens de wet door kunnen/moeten stromen naar het volgende leerjaar. De wet op het primair onderwijs (WPO) schrijft voor dat het kind recht heeft op een ononderbroken ontwikkeling, en dat de basisschool doorlopen moet kunnen worden binnen acht jaar.
Deze doorstroming bekijken we altijd vanuit de ontwikkeling van het kind. In groep 1 en 2 staat de emotionele en motorische ontwikkeling centraal; kleuters leren spelenderwijs. Elk kind heeft recht op een stevige basis. Daarom kunnen we kiezen voor een verlenging van de kleuterperiode. Dit kan zowel in groep 1 als in groep 2. Kinderen die heel jong zijn in leeftijd en gedrag kunnen veel groei- en ontwikkelingsvoordeel hebben van het verlengen van de kleuterperiode. De Onderwijs Inspectie beoordeelt kinderen die voor 1 januari jarig zijn en niet doorstromen naar een ander leerjaar, als zittenblijvers, waarbij doublure groep 1-2 gelijk staat aan doublure in een andere groep.
Groep 1/2 werkt met de methode Onderbouwd. Daarin komen 4 ontwikkellijnen aan bod: rekenen, taal, motoriek en sociaal-emotionele ontwikkeling. Daarnaast spelen de kinderen minimaal 2x per dag buiten en hebben onze kleuters 2x per week gym van een vakleerkracht. Dit komt dan ook in het portfolio terug, waarmee ouders kunnen volgen hoe de ontwikkeling van hun kind gaat.
Kinderen die in oktober, november of december geboren zijn (zgn. ‘herfstkinderen’), zouden volgens de wet door kunnen/moeten stromen naar het volgende leerjaar. De wet op het primair onderwijs (WPO) schrijft voor dat het kind recht heeft op een ononderbroken ontwikkeling, en dat de basisschool doorlopen moet kunnen worden binnen acht jaar.
Deze doorstroming bekijken we altijd vanuit de ontwikkeling van het kind. In groep 1 en 2 staat de emotionele en motorische ontwikkeling centraal; kleuters leren spelenderwijs. Elk kind heeft recht op een stevige basis. Daarom kunnen we kiezen voor een verlenging van de kleuterperiode. Dit kan zowel in groep 1 als in groep 2. Kinderen die heel jong zijn in leeftijd en gedrag kunnen veel groei- en ontwikkelingsvoordeel hebben van het verlengen van de kleuterperiode. De Onderwijs Inspectie beoordeelt kinderen die voor 1 januari jarig zijn en niet doorstromen naar een ander leerjaar, als zittenblijvers, waarbij doublure groep 1-2 gelijk staat aan doublure in een andere groep.
Onderwijs voor elk kind
In groep 3 en 4 werken leerlingen meer methodisch aan lezen, rekenen, schrijven, creatieve vakken en sociale-emotionele ontwikkeling. Dit doen wij vanuit de methodes maar ook door activiteiten met bewegend leren of samenwerkingsopdrachten. Ook begrijpend lezen en wereldoriëntatie komen aan bod. Voor rekenen werken we met ‘Wereld in getallen’, aangevuld met oefeningen uit de aanpak 'Met Sprongen Vooruit' die veel aandacht besteedt aan automatisering. Er is aandacht voor de doorgaande lijn voor rekenen van groep 2 naar groep 3. Voor taal gebruiken we de methode Taal Actief. In deze methode komt taal en spelling samen, daarnaast is er veel aandacht voor woordenschat.
We geven alle eerder omschreven vakken, maar ook steeds meer op (eigen) niveau. We houden rekening met de kwaliteiten van leerlingen, maar ook met de dingen die ze moeilijker vinden. De lessen sluiten zoveel mogelijk aan op de onderwijsbehoeften van de leerlingen. Wij noemen dat een beredeneerd onderwijsaanbod. Dit betekent dat we weten waar je staat, wat je nodig hebt en we bieden/zoeken samen naar de leerstof die daarbij past.
Bewegend en onderzoekend en ontdekkend leren heeft een belangrijke rol in ons onderwijs. Dit kan zelfstandig maar ook samenwerkend zijn. Onze leerlingen zie je dus letterlijk in beweging terwijl ze werken aan doelen zowel binnen als buiten de klas.
We geven alle eerder omschreven vakken, maar ook steeds meer op (eigen) niveau. We houden rekening met de kwaliteiten van leerlingen, maar ook met de dingen die ze moeilijker vinden. De lessen sluiten zoveel mogelijk aan op de onderwijsbehoeften van de leerlingen. Wij noemen dat een beredeneerd onderwijsaanbod. Dit betekent dat we weten waar je staat, wat je nodig hebt en we bieden/zoeken samen naar de leerstof die daarbij past.
Bewegend en onderzoekend en ontdekkend leren heeft een belangrijke rol in ons onderwijs. Dit kan zelfstandig maar ook samenwerkend zijn. Onze leerlingen zie je dus letterlijk in beweging terwijl ze werken aan doelen zowel binnen als buiten de klas.
Urenverdeling
Leerlingen moeten in 8 jaar minimaal 7.520 uur les krijgen. Op jaarbasis is dat 940 uur. We zorgen voor een evenwichtige verdeling van de activiteiten.
Op onze school gelden de volgende schooltijden:
- Alle groepen hebben dagelijks les van 8:30 – 14:00 uur